U hebt het juist!
De grossist was een dozijnwerker die grossierde in gemeenplaatsen.
De grossier was een dozijnwerker die grossierde in gemeenplaatsen.
Een grossist is volgens VD Belgisch en niet algemeen. Een grossier of groothandelaar heeft een grossierderij of grossiersfirma (groothandel). Een dozijnwerker is iemand die veel maar slecht werkt. En een gros is o.a. twaalf dozijn (12 x 12).
Referentie: VDC
* Iets wordt als fout beschouwd als het minstens in één taaladviesboek als fout of niet-standaardtaal wordt vermeld, ook al zijn andere auteurs het er niet mee eens. Klik hier voor de lijst van alle referentiewerken.
Vind je Taaldrop leuk en wil je het aanbevelen aan een vriend(in) die er volgens jou evenveel plezier zal aan beleven? Klik dan hier om die persoon uit te nodigen om zich ook in te schrijven op Taaldrop.